MURCIA & CARTAGENA: LELIJK EENDJE WORDT PRACHTIGE ZWAAN

MURCIA & CARTAGENA: LELIJK EENDJE WORDT PRACHTIGE ZWAAN
26 mei 2022

Als er één streek onbekend is onder Nederlandse toeristen, dan is het wel de regio Murcia. Dat heeft zo zijn voordelen. Je kunt je er namelijk nog volledig onderdompelen in het Spaanse leven. Een nadeeltje: goed Spaans zul je er niet makkelijk leren, want ze knauwen er flink wat af. De grote voordelen: nog prachtige ongerepte stranden, geen horden toeristen en een grote verrassing: de havenstad Cartagena.

De Costa Cálida, de kusstrook van de regio Murcia, heet niet voor niets ‘warme kust’. Hier schijnt ruim 300 dagen per jaar de zon en kun je zelfs eind december met een beetje geluk nog op een terrasje lunchen. Deze regio is echter nog steeds vrij onbekend. Volledig onterecht horen we steeds vaker. Er zijn verborgen stranden die niet onderdoen voor de baaien van Cabo de Gata. Je kunt er eindeloos wandelen in beschermde natuurparken en de grote plus: het buitenlandse toerisme is nauwelijks van de grond gekomen.

Vakantiedorpen

We besluiten de proef op de som te nemen en strijken neer in een van de vele resorts die zijn verrezen tussen de kust en de stad Murcia. Het zijn enorme vakantiedorpen met luxe huizen en eenvoudige appartementen, zwembaden, golfbanen, een supermarkt, restaurants en ander vertier. In de zomer krioelt het hier van de vakantiegangers, maar in de wintermaanden en het vroege voorjaar heb je het rijk bijna alleen. In eerste instantie doet het een beetje vreemd aan, deze vakantiedorpen in een landschap vol kassen, maar later horen we wat de reden ervan is: aan de kustlijn mag niet meer gebouwd worden, en als je dan toch de auto moet pakken, dan kun je net zo goed wat verder het binnenland ingaan. Dit beleid betekent een enorme verbetering, want de kustlijn wordt hierdoor beschermd tegen eerdere uitwassen, torenhoge hotels die je in de regio Murcia bijvoorbeeld ziet aan de Mar Menor.

Carmoli

Zondagsmarkt

We rijden op een zondagmorgen richting de binnenzee Mar Menor om de markt van Cabo de Palos te bezoeken. Als we aan komen rijden, ontvouwt zich voor onze ogen een Daliaans surrealistisch landschap. De zon weerkaatst op het meer waarin twee eilanden oprijzen, een prachtgezicht dat ruw wordt verstoord door de lelijke torenhoge bebouwing eromheen. Onze Murciaanse vriend Juan zei dat we de markt van Cabo de Palos niet mochten missen. En een marktje in het kustdorp op de vroege zondagochtend lijkt inderdaad aanlokkelijk, maar van de zee is weinig te zien op de markt. In een uithoek van het dorp hebben de marktlui hun waren uitgestald. Het doet meer denken aan een markt in voormalig communistisch Joegoslavië dan aan een gezellige mediterrane mercado. Maar ook dat heeft z’n charme. Als je zoals wij niet in het hoogseizoen bent, is het vooral plezierig dat je geen enkele toerist treft. Hier kopen de Murcianos hun T-shirts, jurkjes en groente die zo van het vruchtbare achterland komt. Koopjesjagers kunnen voor twee euro drie paar sokken scoren en een sjaaltje heb je al voor een eurootje. Op een troosteloos plein in het midden zorgen twee Zuid-Amerikaanse panfluitspelers voor wat sfeer en de goede koffie voor een euro doet de rest. De tip om hier te blijven eten slaan we in de wind. We gaan op zoek naar een stukje authentiek Murcia.

Ongerepte stranden, verpeste natuur

Want als de regio Murcia één grote troef heeft, dan zijn het wel de prachtige stranden die meestal alleen te voet bereikbaar zijn en daarom nog ongerept zijn. In totaal strekt de kustlijn zich uit over 250 kilometer. Vlak om de hoek van het toeristische Mar Menor ligt zo’n strand in een beschermd natuurgebied. Als we een zijweg inslaan richting Calblanque verandert het landschap subiet en lijkt het of we door de woestenij van het zuidelijker gelegen Cabo de Gata rijden. Dwergpalmen, cactussen en agaves begroeien de heuvels. De goede asfaltweg leidt naar het informatiecentrum waar een vriendelijke medewerkster vertelt over de wandelroutes die door het park lopen. Wij hebben weinig tijd en willen gewoon en uurtje naar het strand dat even verderop ligt. Op een paar ruiters en een verdwaalde wandelaar na is het strand dat wordt omsloten door bergen verlaten. Wat een heerlijke ontdekking! En dan te bedenken dat de hele kustlijn bezaaid is met dit soort stranden. Maar die zijn niet makkelijk te vinden. We pakken een andere binnendoorweg richting Cartagena en het landschap dat we dan aantreffen begint lieflijk, tot we in Portman en La Unión komen, twee mijnplaatsjes waar de natuur ruw is verstoord door mijnwerkers die vooral op zoek waren naar zilver. Het oude centrum van Portman is veranderd in een spookstad, maar La Unión is nog een levendig plaatsje dat beroemd is vanwege de Cante de las Minas, het meest prestigieuze Flamencofestival ter wereld.

Calblanque

Spaanse Wirtschafstswunder

Even na het middaguur komen we aan in Cartagena. Volgens Juan een lelijke marinestad omringd door petroch-mische industrie die niet echt een bezoek waard is. Toch zijn we erg nieuwsgierig naar dit voormalige bolwerk van de Romeinen, de Puniërs en de Moren. Tot onze verrassing zijn de winkels op zondagmiddag gewoon open in de hoofdstraat, de Calle Mayor. Al snel blijkt dat Juan de plank volledig heeft misgeslagen. Cartagena is het schoolvoorbeeld van het Spaanse Wirtschaftswunder. Hier zie je dat de Spanjaarden het geld van de Europese Unie niet alleen maar over de balk hebben gesmeten met de aanleg van nutteloze snelwegen maar dat er ook diepte-investeringen zijn gedaan in het behoud van erfgoed en het creëren van nieuwe cultuurcentra. De autovrije winkelstraat is prachtig opgeknapt en herbergt een paar fantastische modernisti-sche panden die mooi worden gecombineerd met stijlvolle nieuwbouw. We lopen een rondje en komen bij een gigalift die ons voor twee euro naar boven brengt waar een oud fort is omgetoverd tot een museum dat de geschiedenis van de stad in kaart heeft gebracht. Vanaf de berg heb je een fenomenaal uitzicht op een van de andere hoogtepunten: het Romeinse amfitheater dat in de afgelopen jaren prachtig is gerestaureerd.

Slim staaltje stadsplanning

Dat Cartagena in navolging van Bilbao en Valencia aan een slim staaltje stadsplanning doet blijkt uit de manier waarop het erfgoed is opgeknapt en wordt gepresenteerd. Doel is om de economie een slinger te geven door meer toeristen te trekken. En de marinestad maakt daarbij handig gebruik van de directe ligging van het stadscentrum aan de haven. Het is niet voor niets dat de winkels hier op zondag open zijn. Dat is vooral vanwege de cruiseschepen die hier vrijwel direct aan de Calle Mayor kunnen aanmeren. Om het die toerist gemakkelijk te maken hebben de Cartageners ook maar meteen twee prachtprojecten direct aan de kade gerealiseerd in de afgelopen jaren: El Batel, een auditorium, congrescentrum en expositieruimte is een futuristisch gebouw in wit en oranje waar je ook terecht kunt als je geen congres of concert bijwoont. Het aangename, strak ingerichte terras serveert een lekkere solo en biedt uitzicht op de haven. Probeer als het even kan echter een concert te boeken zodat je de mooie concertzaal van binnen kunt bewonderen. Vlak ernaast ligt het ARQVA, het Museo Nacional de Arqueología Subacuática, waar een mooie expositie over het onderwaterleven is ingericht.

Sterke koffie

Vanaf de kade lopen we terug naar de hoofdstraat waar de winkels nog steeds geopend zijn en de pantoffelparade is begonnen. We kunnen er gelukkig gewoon op Hollandse tijden terecht voor een lekkere tapasmaaltijd en zien de bevolking al keuvelend aan ons voorbijtrekken. Onze terrasburen nippen aan een bijzondere koffie, onderin is het wit bovenin zwart, dat willen we ook wel proberen. Volgens de ober is het een café asiatico, een van de specialiteiten van de regio: onderin gecondenseerde melk, dan een sterke solo erbij en twee flinke scheuten Licor 43 en brandy. De volgende dag is het maandag en zijn de musea gesloten, jammer, anders waren we beslist gebleven om nog meer van Cartagena te ontdekken. Maar we willen de stad Murcia ook nog zien.

asiatico

Moors Murcia

Murcia werd in de negende eeuw gesticht door de emir van Córdoba aan een vruchtbare vlakte bij de rivier de Segura. De moorse invloed in nog steeds merkbaar in de stad, niet alleen aan de stukjes architectuur en moorse muren, maar vooral vanwege de resten van het complexe irrigatiesysteem dat ze hier aanlegden om het water uit de rivier tot de laatste druppel te gebruiken voor de bevloeiing van de akkers. Archeologen hebben in het hartje van de stad, bij de kathedraal, resten gevonden van een moskee. Een deel van hun vondsten is nu te zien in de expositieruimte bij de kerk. Ook in andere delen van de stad zien we voormalige fortificaties en resten van irrigatiesystemen. Pronkstuk is het klooster van Santa Clara La Real, met een prachtige patio met waterpartijen en bloembedden. Maar de Murcianen malen niet zo om dit erfgoed. Die houden vooral van een ding: Lekker met vrienden tapas eten in een van de honderden barretjes en restaurants die de gezellige studentenstad telt. Het Plaza Flores en Plaza San Juan vormen het epicentrum. Wij zijn door vrienden uitgenodigd bij Pepe el Torrao de San Juan. De specialiteit van het huis: lokaal gebrouwen bier en gambas in een jasje. ‘Een geheim recept dat al sinds 1964 in de familie zit’, zo vertelt de ober. Het smaakt ons beter dan de mojama en andere gedroogde vis die overal in de regio geserveerd wordt. Daarna volgt de lokale variant op de Valenciaanse paella: arroz murciano, met daarbij een heerlijk glas wijn uit de nabijgelegen wijnstreek Jumilla. Helaas is onze tijd om. We hadden graag nog wat bodega’s bezocht in Jumilla en Yecla of een mooie route gereden door een van de berggebieden in de omgeving. Murcia heeft ons overtuigd en smaakt naar meer! 

Bron:espanje.nl


Houd me op de hoogte

logos
WhatsApp